Het bestuur bestaat uit tenminste drie personen, die
door de algemene vergadering benoemd worden.
De benoeming geschiedt uit de leden,
behoudens het bepaalde in lid 10.2 van dit artikel.
10.2.
De algemene vergadering kan besluiten dat één lid van het bestuur buiten
de leden wordt benoemd.
De benoeming van de bestuursleden geschiedt uit één of meer
bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 10.4 van dit artikel.
Tot het maken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als
tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij aankondiging van de
vergadering medegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet voor
de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur zijn ingediend.
10.4.
Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door
een met tenminste van de uitgebrachte stemmen genomen besluit
van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste
van de leden vertegenwoordigd is.
Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering
overeenkomstig lid 10.4 van dit artikel de opgemaakte voordrachten
het bindend karakter
te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.