Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met één en dertig
december.
14.2.
Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging
zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te alle tijden haar rechten
en verplichtingen kunnen worden gekend.
14.3.
Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen drie maanden na afloop
van het verenigingsjaar en doet, onder overlegging van een
balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording
over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na verloop van de termijn
kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur
vorderen.
De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van
tenminste twee personen, die geen deel uit mogen maken van het bestuur.
De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur
en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere
boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een
deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie
alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de
kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden van
de vereniging te geven.