Problemen waarin noch door de
statuten, noch door dit
reglement uitsluitsel wordt gegeven, moeten schriftelijk aan het
secretariaat van de vereniging worden voorgelegd. Zij zullen in eerste
instantie worden beoordeeld door de voorzitter, de secretaris en waar
toepasselijk de leraar en door hen zo nodig worden voorgelegd aan
hetzij het hoofdbestuur van de U.T.I., hetzij een andere
daarvoor in aanmerking komende instantie.