In onze vereniging gaan we open,
vriendschappelijk, met respect en harmonieus met elkaar om. Op
organisatorisch niveau uit dat zich in een platte bestuursstructuur,
waarin zowel de bestuurs- als de kaderleden betrokken zijn op basis van
gelijkwaardigheid. In zo'n structuur spelen begrippen een sleutelrol die
zich niet laten formuleren in bindende regels.1 De regels (of richtlijnen) die dat proberen te doen
vallen dan ook buiten de echte reglementen en staan daarom hier in deze
appendix.
Begripsbepaling. Met de termen “persoon” en “mens”
hieronder wordt iedereen bedoeld in de groep van kader- en bestuursleden.
Toelichting. `Volledige consensus' betekent dat er overlegd wordt totdat iedereen zich in essentie in de afspraak kan vinden (of er vrede mee heeft). Iedereen praat mee op basis van gelijkwaardigheid: argumenten moeten overtuigen en niet gezag. Uiteraard mag van iemand met meer kennis verwacht worden dat hij gemakkelijker met overtuigende argumenten komt. Iemand volledige verantwoordelijkheid geven veronderstelt ook vertrouwen hebben in de goede uitvoering van de afspraak en vrede hebben met een uitvoering als die suboptimaal is of anders loopt dan verondersteld. Als het goed uitvoeren een keer niet lukt of niet kan lukken, dan mag verwacht worden dat de verantwoordelijke persoon tijdig een oplossing zoekt (waarbij anderen ingeschakeld kunnen worden). `Vertrouwen geven' sluit niet uit dat je belangstelling toont in elkaars werk. Belangstelling is juist de basis in een vriendschappelijke omgang. Maar daarbij `loop je elkaar niet voor de voeten' (geen betutteling of paternalisme: het `rijjijofrijik' idee).