Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een
penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger aanwijzen.
Een bestuurslid kan meer dan een functie bekleden.
Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen
opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en
ondertekend. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel
van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit
niet beslissend.